Op deze Dag tegen Kanker laten we onze bezoeker Renild uitleggen wat Het Majin Huis voor haar betekent.
Renild: “Eerst wilde ik niet naar Het Majin Huis komen. Ik zag dit als een plaats vol met mensen die sukkelen met kanker. Bij die groep wilde ik niet horen.”
“Ik wou door mijn ziekte gaan en die zo snel mogelijk achter mij laten. Maar dokters zeiden dat ik door die gedachtegang woekerde met mijn krachten. Ze raadden mij aan om hier deel te nemen aan groepssessies rond vermoeidheid. Niet omdat ik kloeg over vermoeidheid. Wel omdat ik mijn vermoeidheid negeerde.”
“Ik schreef mij in. Maar ik moest een tijd wachten tot die sessies plaatsvonden. Intussen sloeg de kanker verder toe. Het zou niet na een paar maanden voorbij zijn. Dus kwam ik toch eens kijken welke ondersteuning me kon helpen. (smaalt) Die eerste keer klopte ik hier aan met het excuus dat ik gewoon de data van de groepssessies eens kwam checken.”
“Er was tijd voor een tas koffie en een babbel. Een heel emotioneel moment. Ik heb zelf altijd gewerkt in de hulpverlening. Nu zat ik langs de andere kant.”
“Ik ervaarde dat men er hier niet aan tilde dat ik het even niet meer wist, dat ik even huilde. Voor mij voelde dat als thuiskomen. Ik dacht: hier weet men waarover het gaat.”
“Als je in je omgeving met mensen over je kanker babbelt, zijn de reacties vaak paniekerig. Dus ga je letten op wat je zegt. Je wil niemand kwetsen. Hier is die paniekerigheid er niet. Daardoor kun je vrijuit praten.”
“Tijdens de sessies rond vermoeidheid begon ik in te zien hoe dwangmatig ik me naar mezelf toe opstelde. Bij de mensen die samen met mij die sessies volgden, zag ik hoe zij met andere dingen worstelden. Ik hoorde hoe iedereen manieren vond om met al die zaken om te gaan. Ik ging beseffen dat ik hier mensen kon ontmoeten van wie ik iets kon oppikken. Vanaf toen stelde ik me helemaal open.”
“Tijdens een volgende workshop kwam ik tot het besef dat ik te weinig bezig was met zelfzorg. Ik besloot me hier in te schrijven voor zorgmassages. Dat zijn zéér zachte massages. Nadat ik tijdens zo veel behandelingen al zo hard op mijn tanden gebeten had, brachten die zorgmassages me heel erg bij mezelf. Zo voelde ik hoe mijn lichaam erbij zat. Want je kunt mentaal zo sterk zijn als je wil; je lijf heeft ook nog wat te vertellen.”
“De zorgmassages zetten me aan om meer naar mijn lichaam te luisteren. Om pijn niet langer naast mij neer te leggen. Om soms eens te zeggen: ‘Nu is het tijd voor een warm bad.’”
“Intussen nam ik hier ook deel aan een project rond voeding. Ook op dat vlak kon ik voor mezelf zorgen en wat controle terugwinnen. Dat is erg belangrijk in een periode dat je zo overgeleverd bent aan dokters.”
“Tijdens de individuele sessies met oncodiëtist Domien vertelde ik hoe ik met beweging probeer om mijn lichaam zo sterk mogelijk te houden. Domien raadde me aan om eiwitrijke voeding op te nemen binnen het kwartier na een fysieke inspanning.”
“Na mijn 4e chemokuur, toen ik nog niet bij Domien was geweest, kon ik maar 1 kilometer meer wandelen. Ik voelde mezelf bijna een invalide. Zo werd ik ook behandeld door mijn omgeving. Met de beste bedoelingen zetten ze mij in een zetel in mijn tuin en lieten ze mij toekijken terwijl anderen het werk deden. In míjn tuin.”
“Nu ga ik naar mij 8e chemokuur en kan ik dankzij het advies van Domien weer 7 kilometer wandelen. Ik kan ook weer zelf eens een uurtje in mijn tuin wroeten. Ik blijf Domien eeuwig dankbaar.”
“En dan beleefde ik hier in Het Majin Huis nóg een kantelmoment. Dat kwam er tijdens de infosessie ‘Als genezen niet meer kan’, wat bij mij het geval is. Daar zat ik tussen mensen voor wie de situatie even uitzichtloos is als voor mij. Plots zei de spreker: ‘Houd de regie zelf in handen.’”
“Tot dan volgde ik de artsen haast blindelings. Zo beland je in een situatie waarbij je van de ene afspraak naar de andere moet. Je cijfert jezelf helemaal weg. Dankzij de raad tijdens die infosessie besloot ik tegen de artsen te zeggen: ‘Ik wil in het behandelschema ruimte om op vakantie te gaan.’ Ik bleef dat op een dwingende manier herhalen tot ze er ruimte voor schepten.”
“En niet enkel mijn vakanties blies ik nieuw leven in. Ik ging ook weer investeren in nog andere dingen die ik leuk vind. Dat was te danken aan enkele gesprekken hier in Het Majin Huis.”
“Als je een kankerdiagnose krijgt, praat iedereen in je omgeving met jou alleen nog maar over de ziekte. Het voelt alsof je herleid wordt tot die kanker.”
“Hier gaan gesprekken met lotgenoten heel vaak niét over kanker. Zo ontdekte ik dat lotgenoten zich nog met andere dingen bezighouden dan met ziek-zijn. Ik begon te bedenken dat ik dat ook kon doen. Dus besloot ik de dichtbundel af te maken waarmee ik bezig was. Ook op dat vlak nam ik de regie weer zelf in handen.”
“Als ik Het Majin Huis niet had gehad, zie ik niet in waar ik de moed nog vandaan zou gehaald hebben. Omdat ik geen perspectieven meer had.”
“Hier heb ik weer perspectieven gekregen. Dat is zó belangrijk. Dat iemand zegt: ‘Oké, je hebt kanker. Je zal afzien. Maar er zijn ook zaken die je nog kunt doen.’”
“Om die dingen te horen heb je mensen met ervaring nodig. In je omgeving vind je die niet. Ook al zit die vol met mensen die de allerbeste bedoelingen hebben. Die mensen weten het zelf niet.”
“Als je die perspectieven wél aangereikt krijgt, kun je beslissen: ‘Ik ga leven mét kanker. Ik bén die ziekte niet. Ik ben méér.’”